Het vaste land van CHINA heeft in de ontwikkeling van het karate een heel belangrijke rol gespeeld.
De Chou dynastie (1122-255 v.Chr.) bracht, om maar een voorbeeld te noemen het Chinees Boksen voort. (Onder het vaste land van China wordt in dit verband mede verstaan: Korea, Vietnam, Birma, Thailand, Mongolië enz.). Uit die periode is ook bekend dat tijdens bepaalde manifestaties het Kyudo (boogschieten),
schermen en worstelen werd beoefend. Het worstelen werd vooral door boeren beoefend en was erg ruw. Er werden primitieve technieken gebruikt en de deelnemers deden horens op hun hoofd en
gaven elkaar daarmee dan kopstoten. Het contact van China met de ,westerse' wereld kwam pas een beetje op gang sinds ca. 100 jaar na het begin van onze jaartelling. Tussen INDIA en Mesopotamië
waren er al handelscontacten vanaf ongeveer 3000 jaar vóór onze jaartelling.
Zijderoute.
Omstreeks het jaar 64 na het begin van onze jaartelling zond de Keizer "MingTi" opnieuw gezanten naar INDIA met de bedoeling handel te drijven en vanaf deze periode kwam deze handel (zijderoute)
pas goed op gang. De handelaren uit India verhandelden deze zijde weer aan b.v. handelaren uit Perzië die het op hun beurt weer verhandelden aan o.a. Europeanen op reis door Syrië. De zijderoute
was een uitgebreid en soms ingewikkeld werk van karavaanroutes door Centraal Azië, waarlangs gedurende vele eeuwen handel werd gedreven tussen China en het oosten van Azië aan de ene kant en het
Midden-Oosten en het Middellandse Zeegebied aan de andere kant. Eeuwenlang, van de klassieke oudheid tot de late middeleeuwen was de zijderoute de belangrijkste verbinding tussen oost en west.
Het Centraal Aziatische deel van de route was al in gebruik rond 115 v. Chr. (Han Dynastie). De handel over land nam wel iets af in de middeleeuwen, toen deze zich verplaatste naar het transport
via de zee.
Er zijn nog een paar "boksscholen" in China die deze oefeningen gebruiken. Deze waren de voorlopers van ,Nie-Chia', het interne systeem dat pas veel later werd samengevat tot de tegenwoordig
bekende bokssystemen:
Deze samenvatting kreeg gestalte in de Sui-Dynastie meer dan 350 jaar later. In het jaar 208 is Hua T'o door ouderdom een natuurlijke dood gestorven. Dit is bekend geworden na recente Chinese
onderzoeksresultaten, omdat men zocht naar bewijzen dat vechtsystemen al bestonden lang vóór de komst van Bodhidharma naar China. Maar nog voordat de Chi Chung methodes overgingen in de Nie-Chia
systemen vond er nog een belangrijke ontwikkeling in de geschiedenis plaats door de komst en invloed van Bodhidharma.
"夫君子之行:靜以修身,儉以養德;非淡泊無以明志,非寧靜無以致遠。" -
諸葛亮
"Men zou
sereniteit tot doel moeten hebben om beschaafd te worden.
Blijf fit om uw moraal te cultiveren.
Als u zich niet eenvoudig en kwetsbaar opstelt , zal uw ambitie nooit fonkelen.
Als u niet kalm en koel bent, zult u niet ver komen".
Als we over Chinees boksen spreken heeft men het altijd ook over worstelaars en wapenexperts, want als een boksmeester tevens geen wapenexpert was, dan zou hij in een gevecht op een bepaald wapen
of ander systeem, de kans lopen om een ,slecht figuur' te slaan. Daarbij is er nog een groot verschil tussen het ,boksen' in het noorden en in het zuiden van China. Het gebied boven de rivier de
Yangtse-Kiang fungeert hierin als natuurlijke grens. Tegenwoordig worden alle boksvormen aangeduid met "Shaolin", m.u.v. de innerlijke systemen zoals Tai-chi, Hsing-i en Pa-kua. Dit is
onnauwkeurig; Shaolin is slechts een vorm, maar wel de belangrijkste van de meer dan 400(!) ontstane boksvormen.
Bewerken...
- De externe vormen
Deze zijn erg hard en leggen, naast de techniektraining, de nadruk op training van conditie, beenderen, spieren en ademhaling. Het biedt de mogelijkheid tot zowel de aanval als verdediging in een
combinatie van hard en zacht. Het accent ligt meer op het lichamelijke dan het geestelijke en wordt derhalve gerangschikt onder de ,Uiterlijke vormen'. Bij deze vormen is het mogelijk in relatief
korte tijd redelijke resultaten te behalen. Hierbij geldt wel dat men de verworven vaardigheden en gesteldheid moet bijhouden daar dit anders verloren zal gaan. Op oudere leeftijd zijn deze
principes veel moeilijker na te komen.
- De innerlijke vormen
Deze zijn ,zacht' en eisen niet zo'n harde en inspannende training als de extreemste Shaolin, maar hebben wel bewezen effectief te zijn door de natuurlijke en ontspannen respons. Naast
techniektraining ligt de nadruk hierbij ook op training van conditie, beenderen, spieren en ademhaling. Echter de wijze waarop wordt getraind, verschilt enorm van de externe vormen mede door
extra aandacht voor de innerlijke opbouw. Het tempert het offensieve door kalmte en heeft de bedoeling de tegenstander pas uit te schakelen als hij aanvalt. Resultaten laten veel langer op zich
wachten, maar als men eenmaal tot resultaten is gekomen, zijn ze blijvend. Wij in onze westerse cultuur hebben geen tijd. Vandaag beginnen we en morgen willen we klaar zijn !
Tussen het vaste land van CHINA en JAPAN werden er eeuwen achtereen via de Ryu Kyu eilanden handelsbetrekkingen onderhouden. Na 1349 werden er diplomatieke relaties aangeknoopt met China, Japan,
Korea, Java, Sumatra, Arabië en Malakka.
OKINAWA-TE
Shunten, was de naam
van eerste koning van Okinawa. Hij legde sterk de nadruk op militaire zaken. Een logisch gevolg was dat naast de betrekkingen tevens de krijgskunst meer en meer zijn intrede deed. Waarschijnlijk
was dit ook de periode dat op Okinawa kennis werd genomen van het "Ongewapende gevecht" zoals dit in "Siam" werd bedreven.
Begin 14e eeuw werd het eiland Okinawa door feodale heren (Anji) verdeeld in 3 staten:
NAZAN (zuiden), CHUZAN (midden) en HOKUZAN (noord). De "Drie Koninkrijken" werden, zoals ze bekend waren, in 1429 verenigd met als hoofdstad Shuri. Dit gebeurde onder
leiding van Sho Hashi.
SHO SHIN die van 1477 tot 1526 regeerde, rekende af met het feodalisme. Hij liet alle Anji verhuizen naar Shuri. In 1478 werd
het persoonlijk bezit van wapens aan banden gelegd. Alle wapens werden opgeslagen en onder toezicht gesteld. Het is logisch dat dit verbod het beoefenen van ongewapende gevechten sterk heeft
gestimuleerd.
Honderd jaar voor het begin van onze jaartelling waren de gebruikte wapens op Okinawa uiterst primitief. De latere ontwikkeling is
voornamelijk toe te schrijven aan Chinese invloeden. Uit de 7e en 8e eeuw zijn er verslagen van onderlinge oorlogen die aantonen dat er een duidelijk ontwikkeling was op het gebied van strategie
en oorlogsvoering. Okinawa vormde in die periode nog geen eenheid. De lokale krijgsheren bevochten elkaar op leven en dood om hun invloed uit te breiden. Om er zelf beter van te worden, werden
schipbreukelingen en Japanse avonturiers die de beschikking hadden over betere wapens en moderne strategieën, met open armen ontvangen. Zij kregen dan ook een eervolle plaats, naast die van de
heerser op dat moment.
In de 10e eeuw werd het oosten van Japan geteisterd door de opkomst van de familie Taira. Een eeuw later kwam de familie Minamoto in het noorden aan de macht. Het was dus onvermijdelijk dat de
twee kampen met elkaar in oorlog raakten. Op 25 April 1185, versloeg de Genji-clan (Minamoto), onder leiding van Minamoto no Yoshitsune, de the Heike-clan (Taira). Het gevecht duurde een halve
dag. Een gebeurtenis die in heel Japan van grote invloed was. Van de overlevenden slaagde een groot aantal er in te ontsnappen naar de Ryu-Kyu eilanden. Hierdoor belandden er op deze
eilanden grote wapenvoorraden. Niet alleen de wapens maar ook veel kennis kwam daar terecht. De wapens waren o.a. de Katana, Tachi, Yari, Bishento, Naginata en de Yumi en Ya. (Respectievelijk
links gedragen zwaard met de "Ha" (scherp) naar boven, links losjes gedragen zwaard met het scherp naar beneden, speer, lange slagbijl, hellebaard en pijl en boog).
Waarschijnlijk is het jaar 1609 een belangrijke datum in de historie en de verdere ontwikkeling van het karate. De familie Satsuma, geleid door de Shimazu familie uit Kyushu, die eens door de
Tokukawa werden verslagen, organiseerde in maart 1609 een militaire
actie tegen Okinawa. Hierdoor
werd de macht verkregen over de Ryukyu's. Dit had tot gevolg dat Okinawa zeer lange tijd onder sterke Japanse druk stond. Al gauw verboden de bezetters de eilandbewoners (uit veiligheidsover
wegingen) wapens te dragen. Deze maatregel was in feite een verscherping van de maatregel die oorspronkelijk al in 1478 door Sho Shin was opgelegd. In 1669 werd zelfs de produktie van ceremoniële
zwaarden stop gezet en de import van alle wapens. De bezetting duurde in feite tot 1875; een periode van meer dan 250(!) jaren. Als gevolg hiervan verschenen er steeds meer geïmproviseerde
wapens. Ook het ongewapend gevecht werd hierdoor nog meer gestimuleerd.
De (handels)acte van vrijgeleide voor Hollanders
die in naam van Ieyasu Tokugawa werd uitgegeven,
gedateerd op 24 Augustus, 1609.
Via de Chinese handelsschepen die regelmatig Okinawa aandeden, maakten de bewoners van Okinawa en andere eilanden kennis met de Chinese vechtsystemen. Vooral de gegevens van de Chinese militaire
attachés werden nauwkeurig opgenomen. De vechtmethode kreeg in de loop der jaren heel duidelijk "Okinawaanse" trekken. Alles wijst erop dat de vechtkunst in de periode na 1609 alleen mocht worden
beoefend door de rijken en adelen. De naam die men er aan gaf was "Tode" of "Ti". Pas veel later (19e eeuw) werd dit woord "verjapanst tot "Te".
Algemeen wordt verondersteld dat de eerste karate gebeurtenis of "Tode" plaats vond rond het einde van de 18e eeuw. (1756) De naam Tode is ontstaan door het bezoek van een Chinese meester
genaamd KUSKANKU. Maar volgens de onderzoeker Shoshin Nagamine was de precieze datum 1761. Ook werd
hij genaamd: Kushanku of Kosokun. Deze meester toonde
het verbaasde publiek zijn Chinese boks- en Worsteltechnieken. De kata "Koshokun-Sho en Koshokun-Dai" zijn van hem afkomstig (Kanku-sho en Kanku-dai). De naam "Tode" werd aangegeven door Okinawanen die het Chinees Boksen in
China hadden bestudeerd. Ook wel genoemd To-te of Tu-ti, (letterlijk Chinese hand). Zoals gezegd werd halverwege de 19e eeuw op de Ryukyu's de uitdrukking "Ti" en "Tode" steeds meer
vervangen door het Japanse "TE".
Tussen 1630 en ca. 1903, werden de vechtkunsten geheel in het geheim bedreven. Door deze onschuldige naam "Te" slaagde men er jarenlang in het
onderwijs in vechtsystemen geheim te houden. Hierdoor kreeg het ongewapende gevecht steeds meer duidelijke vormen. Feitelijk waren dit tot 1903 op Okinawa de Jitsu-systemen. Er werd zwaar
getraind en hierdoor werden handen en voeten gehard. Als controlemiddel gebruikten zij stenen en planken die zij met een klap konden breken. Dit element wordt tegenwoordig slechts als show en
uiterlijk vertoon gehanteerd, en vaak in een onjuiste vorm waardoor er helaas bij velen een verkeerd beeld is ontstaan van het Karate. Zoals gezegd is "Tamehiwari" (breektechnieken) een controle
tijdens examens of de toegepaste techniek wordt beheerst.
Ook namen als "T'ANG-TE" of "OKINAWA-TE" werden nu vaker gebruikt. In het Japans bestonden de tekens voor Karata uit twee Chinese lettertekens. "KARA" of in het Chinees "T'ANG" betekent in feite
"China". "TE", of in het Chinees "Shu" of "Shou" betekent handen of vuist. Men Sprak dus in die tijd ook over T'ANG SHOU (Chinese hand) als men over Karate sprak.
De uitdrukking T'ang Shou werd eind 19e eeuw op Okinawa gebruikt voor de systemen, waar nu het tegenwoordige Karate op lijkt. Andere uitdrukkingen waren b.v. Kempo (de weg van de vuist), ook
bekend in het Mandarijns als "Ch'uan Fa" of in het Kantonnees "Ken-Fat", "Gung-Fu" of "Kung-Fu" betekent letterlijk "Werk Meester" of "Techniek" en is in feite een uitdrukking voor de
verzamelnaam voor technieken.
Tussen 1890 en 1940 werd Okinawa geheel door Japan opgenomen. Tussen de militairen werden er regelmatig wedstrijden georganiseerd. Een oplettende Japanse arts kwam er achter dat veel militairen
uit Okinawa een prima conditie hadden. Na nader onderzoek werd dit toegeschreven aan de Te-oefeningen. De Japanse regering was hiervan zo onder de indruk dat deze "oefeningen" in de
gymnastiekprogramma's van de scholen op Okinawa werden opgenomen.
Het woord "Te" werd steeds meer vervangen door het woord "Karate-Jitsu". Zoals we eerder al opmerkten werd gekozen voor een Chinees letterteken wat de "T'ang Dynastie voorstelde". Dit kon worden
afgeleid aan de ideeën die aan "Te" ten grondslag lagen. Dit werd oorspronkelijk als "To" uitgesproken maar in Japan als 'Kara" bekend. Hieraan werd toegevoegd het Okinawaanse "Te". Het
ideogram "Jitsu" werd hieraan toegevoegd. De betekenis van "karate-Jitsu" betekent letterlijk: "Chinese Hand Kunst". Hiermee werd blijk gegeven voor respect van drie culturen, namelijk:
-
Het Chinese "Kara"
-
Het eigen "Te" en
-
Het Japanse "Jitsu"
Door de oudere meesters uit Okinawa werd ook na 1903 nog altijd het woord "T'ang Shou" of T'ang Te" gebruikt. Zij waren oprecht en
vonden het een eerbetoon aan de oorsprong van de ongewapende vechtsystemen. Als zij de jongere leermeesters tegemoet wilden komen wilden ze nog wel de uitdrukking "Karate-Jitsu" gebruiken, maar
van harte ging het niet. De jongere Japanners staken hun nationalistische opvattingen niet onder stoelen of banken en ze hadden steeds meer moeite met de oude Chinese benamingen. Je
gebruikt als Japanner toch geen Chinese naam voor een systeem wat door de Japanners (volgens eigen beweringen) sterk was verbeterd? Eind jaren '20 hadden alle Japanse Universiteiten een Dojo voor
het trainen van "Karate-Jitsu". De ontwikkeling van hun "eigen stijl" bracht met zich mee dat de druk om het Chinese ideogram "Kara" te vervangen door een Japanse, steeds groter werd.
- 1932 -
In dit jaar werd een bijeenkomst belegd tussen de "oude en nieuwe" leermeesters. Deze vond plaats in een hotel en werd geheel gesponsord door een krant op Okinawa. Men wilde de oorsprong en de
verbintenis met China uitwissen. Het Chinese ideogram "Kara", oftewel "T'ang" (betekent in feite China) werd veranderd in het Japanse symbool "Kara" (Leeg) en het symbool "Shou" werd vervangen
door het Japanse "Te" (hand).
Om politieke redenen werd dus de naam nu officieel veranderd. Dat dit bij de oude leermeesters uit Okinawa niet in goede aarde viel mag wel duidelijk zijn. Zij beschouwden dit als een regelrechte
belediging van China en volgens deze leermeesters leek dit "moderne" karate niet eens op "Te", "Tode" of "T'ang Shou" die het karate zeker niet hadden beperkt tot gevechtshandelingen met de blote
hand. Onder grote druk van de Japanners moesten de oudere leermeesters (inmiddels minder in getal) van Okinawa uiteindelijk wel accoord gaan met de nieuwe Japanse naam
"KARATE".
Shuri 1938
Toch werd de term "Tode" door sommige stijlen op Okinawa tot ver in de jaren 60 gebruikt. Een betrekkelijk nieuwe stijl genaamd "Jukendo" wordt nog steeds aangeduid met "Chinees Boksen". Jukendo
is een van Taiwan (Formosa) afkomstig Chinees bokssysteem en nog niet zo lang geleden op Okinawa geïntro¬duceerd. Jukendo betekend letterlijk: Zachte vuist weg. De nieuwe leraren hebben vaak de
neiging oude of andere methoden die men niet kent te verwerpen of niet onderbouwde methoden te bekritiseren. Zij wijzen de Chinese boksstijlen vaak af met de woorden: "Te zacht en te vloeiend".
Deze "leraren" gebruiken maar al te graag hun spierballen om hun woorden kracht bij te zetten. Echter, op latere leeftijd kan men daar geen beroep meer op doen...
De werkelijke Japanse betekenis (filosofie) van het woord "Karate" is:
“Jezelf verliezen, teneinde gemoedsrust te verkrijgen”.
DE WAPENS
De Te-Meesters slaagden er in om 5 basiswapens aan hun systemen aan te passen.
- De Rokushakubo
Een staf van bijna 6 voet lang (1.83m). Roku is Japans voor zes. Shaku (voet) is een lengtemaat van ca. 30 cm. Bo betekent staf.
- De Nunchaku
Een stoklengte van 2x40cm verbonden door een stukje koord. Afmetingen 2x85cm en 3x85cm zijn minder bekend. De oorspronkelijkebewegingen waren veel eenvoudiger dan nu wordt voorgesteld.
- De Sai
Een metalen (3-tand) wapen met als meest voorkomende lengte tussen de 35 en 60 cm. Oorspronkelijk was dit een werktuig om rijst te planten. Ook zijn er sterke aanwijzingen dat het wapen uit
Indonesië komt. De gebruiker hanteerde er 3; in elke hand 1 en één in de gordel als reservesai waarmee eventueel kon worden gegooid of om een tegenstander aan de grond te nagelen.
- De Tonfa
Een stuk hardhout van ca. 50 cm met haaks daarop een handvat (T'ui-fa). dat alleen tweehandig effectief is. Oorsprong: Het handvat werd in het gat van een molensteen vastgezet en was derhalve
oorspronkelijk een stuk gereedschap.
- De Kama
Dit is een sikkel die bij het rijstoogsten werd gebruikt. Ook het tweehandig gebruik hiervan is effectief.
ALGEMENE OPMERKING:
Tegenwoordig zijn er ook Dangraden te behalen in deze systemen, maar volgens de oudere leermeesters valt de zuivere gevechtswaarde te betwijfelen! De kennis en de ware vormen zijn met de
leermeesters in het graf verdwenen en derhalve niet meer aanwezig. Het wordt nu in populaire "sportvormen" gebruikt en is een afgeleide geworden waardoor de bewegingen nauwelijks enige
gevechtswaarde meer hebben! Er zijn tegenwoordig wedstrijden die meer weg hebben van "Twirling" dan van een vechtsysteem. Een grappig voorbeeld wordt geleverd door oa. de Duitse, Franse en
Amerikaanse politie (binnenkort ook de Nederlandse?). Zij gebruiken immers een op de Tonfa gelijkend wapen (Mononok) en wel eenhandig(!). Naast het feit dat dit wapen niet proportioneel (nuance
in slagkracht en techniek), is te gebruiken, is het gebruik tegen een tegenstander met kennis van zaken gevaarlijk voor de politie zélf. Immers, als het wapen eenhandig verantwoord zou zijn, dan
zou dit zeker al op Okinawa aan het licht zijn gekomen!
Een tweetal wapensystemen die verder niet in de bekende systemen zijn opgenomen, verdienen in dit verband toch enige aandacht.
- De Suruchin
Dit wapen was een driedelig stuk touw dat aan alle uiteinden was verzwaard. Elk deel was ongeveer 80cm lang. Dit uiteinde draaide men op verschillende manieren in het rond (Later aangepast door
er een steekwapen aan te bevestigen) en zo kon men er een tegenstander mee raken. Het kon meteen worden teruggetrokken en opnieuw worden gebruikt. Oorspronkelijk afkomstig uit Mongolië. Gebruikt
als hulpmiddel om bv. runderen of wilde paarden te vangen. Men gooide dit dan met een speciale techniek tegen de benen van het dier waardoor de verzwaarde uiteinden zich er om-heen wikkelden. In
Argentinië en Chili is een gelijksoortig werktuig bekend.
- De Tohai
Een gevechtssyteem bekend onder de naam "Tibei" maakte gebruik van twee wapens. De eerste was de To-Hai een klein rond schild van leer. Het leer was om een houten frame gespannen en er was zelfs
een kijkgaatje in aangebracht. Zo kon men de vijand in de gaten houden. Hierbij werd de
Hera gebruikt. Dit houten dolkachtig
wapen, werd oorspronkelijk bij het rijstplanten gebruikt.
NAHA, SHURI EN TOMARI
In de ontwikkelingen die op Okinawa plaatsvonden, vormden zich een 3-tal richtingen, die uiteraard terug te voeren zijn op de verschillen tussen de
leermeesters uit de regionen:
- Naha
In Naha hadden de innerlijke systemen de meeste invloed. Deze waren overwegend verdedigend maar kenden wel gepakte handelingen, klemmen en worpen, iets wat in de originele systemen niet werd
gebruikt (NahaTe).
- Shuri
In Shuri hadden de externe systemen de meeste invloed, die overwegend aanvallend genoemd kunnen worden (Shuri-Te).
- Tomari
In Tomari kende men een mengvorm van beide systemen (Tomari-Te).
Na 1903 werden de Jitsu-systemen ondergebracht bij de verschillende Ryu, (scholen) die zich ontwikkelden vanuit de gebieden van Naha, Shuri en Tomari. Deze drie gebieden zijn slechts een paar
kilometers van elkaar verwijderd.
De namen van Karate-systemen dragen vaak de naam van de vinder of het doel van het systeem, terwijl Jitsu-systemen vaak namen dragen van het wapen en of het gebied waar het systeem ontstond.
Hoe zou jij vandaag trainen als je zou weten dat je morgen voor je leven moet
vechten?