Bodidharma


De geschiedenis vertelt over Bodhidharma, die te voet vanuit INDIA omstreeks in het jaar 500 in CHINA aankwam. Deze monnik werd ook TA-MO genoemd. De naam DARUMA was niet zijn echte naam, maar een eretitel, wat alleen "priester" betekent. De zijderoute's werden naast de handelaren ook gebruikt door monniken. Eén van deze monniken bleek Bodhidharma te zijn. Hij reisde te voet vanuit India in de richting van Tibet, maar deze reis mislukte. Per boot vanuit Madras probeerde hij het later opnieuw en zo arriveerde hij via de Straat van Formosa in Kuanghai. Dit behoorde tot het rechtsgebied van de Keizer Liang Wu Ti (tegenwoordig provincie Kuangtung Kanton) in die tijd een groot leider van het Boeddhisme. Hoewel het Boeddhisme van Liang Wu Ti geheel werd behouden en geformaliseerd, werd Bodhidharma niet begrepen en daarom niet aanvaard. Hij beoefende naast o.a. de meditatie en het intuïtieve inzicht, lichamelijke training wat niet door iedereen werd geaccepteerd.

Velen konden de leer van hem niet opbrengen en uiteindelijk werd hij uit de residentie van Liang verjaagd. Bodhidharma zette zijn voetreis voort en nadat hij de rivier de Yangtse-Kiang was overgestoken, arriveerde hij in het Koninkrijk van WEI. Uiteindelijk stichtte hij het klooster genaamd: "SHORINJI" op de berg ,Hao-shan', te Sung-Shan in het grensgebied van LOYANG, wat nu de provincie HONAN wordt genoemd. Op deze berg verbleef en mediteerde hij vele jaren. Geschiedschrijvers, bevangen door deze fantastische historie, begonnen zelfstandig te interpreteren. Zij romantiseerden hun werken door o.a. te schrijven dat Bodhidharma daar het volgende zou hebben gesproken: "Geest en lichaam  zullen onafscheidelijk verenigd worden. Train je lichaam en geest, dan zullen jullie meer kunnen ontvangen zodat je dan in het bewustzijn indrukken kunt opnemen". Nader onderzoek toonde aan dat aan deze uitspraak mag worden getwijfeld. Het enige tastbare uit die tijd is het document genaamd "Loyang chia lan chi", waarover later meer.

De sfeer van deze uitspraak past uiteraard geheel in de context van deze historie.  Wel zeker is dat de leerstelling die Bodhidharma aanhing, door hem "EKIKINKYO" werd genoemd. De oefeningen die hij trainde gaf hij een geheel andere naam. Het Boeddhisme wat DARUMA in dat klooster onderwees werd bekend als Ch'an, of tegenwoordig in het Japans "ZEN". Hij trainde daar de monniken en gaf onderwijs in strategie. Hij maakte het tot iets onverbrekelijks met ,Zen', waardoor het  militaire aspect op de achtergrond kwam te staan. Systemen die daar hun oorsprong vonden zijn bijvoorbeeld;

• Nai-han-tsin
• Shaolin-chi'uan-fa
• Saolin-szue

Over de werkelijke ontwikkeling van het systeem van DARUMA bestaat geen 100% zekerheid, maar vast staat wel dat de lichamelijke oefeningen die door hem werden onderwezen en die Shi Pa Lo Han Sho (de 18 handen van Lo-Han) werden genoemd, de basis was voor deze ontwikkelingen. De Kata "Seipai" vindt hier zijn oorsprong en is hier ook naar vernoemd. De Chinese naam voor deze kata is verrassend: "Shi Pa Lo Han Sho". Bij nadere bestudering van deze kata ontdekken we dat er inderdaad 18 handelingen in voorkomen die verbonden zijn met de "18 handen van Lo Han". Deze groep van de 18 afzonderlijke technieken noemde hij i-chin-ching. Dit 18-puntensysteem, dat niet  voor aanvallende doeleinden werd gebruikt, werd in de 12e eeuw door Generaal Yo Fei uitgebreid naar 173(!) technieken.

Alles wat tot nu over deze ,monnik' is geschreven is zeer raadselachtig. Soms wordt er zelfs getwijfeld aan het bestaan van Bodhidharma. Toch zijn er teveel aanwijzingen om de twijfelaars serieus te nemen. Er bestaat één document uit 574, wat een getuigenverslag blijkt te zijn van een Chinese inwoner uit Loyang genaamd: ,Yang Hsuah chih'. Het blijkt een ontmoeting te beschrijven tussen Bodhidharma en de perfect van Loyang, in de tempel Yung Ning. Dit verslag is genaamd: "Loyang chia lan chi". (Kloosterverslag van Loyang) Bodhidharma wordt beschreven als lelijk met blauwe ogen, woest krullend haar en een baard. In het noorden van Kashmir in India leven mensen die krullend haar en blauwe ogen bezitten. Hij werd beschreven als de "Sramana" uit het westen en beweerde wel 150 jaar oud te zijn en in vele koninkrijken te hebben gereisd. De tempel Ying Ning vond hij de mooiste die hij kende.

Deze tempel werd gebouwd in 516 en de geschiedenis wijst uit dat deze tempel vanaf 528 als militaire basis in gebruik werd genomen. Hiermee is duidelijk de deze uit 574 beschreven ontmoeting met Bodhidharma heeft plaats gevonden tussen 516 en 528 na het begin van onze jaartelling. Alleen de monniken die in het klooster waren hadden het recht om de oefeningen te trainen en verder werd het geheim gehouden. Omdat bleek dat de technieken erg effectief waren ontstond de algemene gedachte dat deze groepering een gevaar zou kunnen opleveren.

Een aantal malen in de historie gebeurde het dat de tempel te Honan werd vernietigd en de monniken verjaagd. De Shorinji-tempel werd b.v. vernietigd door Keizer Wu-Ti in 574, als een onderdeel van een anti-Boeddhistische politiek. De tempel werd weer gedurende de Sui-Dynastie (589-618) herbouwd. Dat de technieken toch bewaard gebleven zijn, naast het groot aantal monniken dat het gedurende al die jaren beoefende, is te danken aan het feit dat men uit voorzorg de naam een aantal malen veranderde.

Soms noemde men het Nalo-yan en later Arohan. Ook is de naam I-jinsin bekend en hierbij kende men niet meer de ,zazen'. Deze zittende meditatie is later weer teruggekeerd. Omdat de groep monniken die deze technieken beoefenden steeds werd vervolgd, ontstonden er in de loop der jaren rebellerende groepen monniken die op zich zelf leefden en rondtrokken. Ook beleefde het gouden tijden, b.v. in de Sung Dynastie (974-1279) en in de Ch'ing Dynastie (1662-1912). In die tijden werd het verheven tot Nationale gevechtstechnieken die nu ook bij de militairen hun nut begonnen te bewijzen.

Nog eenmaal in de Yuan Dynastie (1279-1368) is geprobeerd om aan deze wetenschap een einde te maken wat op een mislukking uitliep. Tussen 1280 en 1290 vond er een gevecht plaats tegen een grote Mongoolse invasiemacht die de pure Sung-periode in ere probeerden te herstellen. Dit mislukte.


We kunnen uit alles concluderen dat de systemen afkomstig van Saolin-Szue altijd onder grote druk hebben gestaan. Zelfs in de periode dat de Chinese leider Mao-Tse-Dong aan de macht was, was de beoefening van dergelijke systemen verboden. Dat een klein gedeelte toch nog bewaard is gebleven is te danken aan de personen die dit  in het geheim bleven beoefenen. Het is bekend dat monniken als artiesten in bijvoorbeeld Circussen of bij Variété rondtrokken en hun kunsten daar vertoonden. En op deze wijze bleef een deel bewaard.


Hoe zou jij vandaag trainen als je zou weten dat je morgen voor je leven moet vechten?