Miyagi en Gokenki konden Ru Ru Ko niet vinden. De school was verdwenen en niemand van de plaatselijke Chinezen kon antwoord geven op de vraag waar Ru Ru Ko was gebleven. Men wist ook niet of Ru Ru Ko tijdens de boksersopstand in 1900 was vertrokken. Na een jaar keerden Miyagi en Gokenki terug op Okinawa. In dat jaar (december) stierf Higaonna en Miyagi werd gezien als zijn opvolger. Vele leerlingen van Higaonna gingen bij Miyagi trainen. Miyagi gaf elke dag trainingen op de binnenplaats van zijn huis van 15.00 - 20.00 uur.
Na een jaar keerden Miyagi en Gokenki terug op Okinawa. In dat jaar (december) stierf Higaonna en Miyagi werd gezien als zijn opvolger. Vele leerlingen van Higaonna gingen bij Miyagi trainen. Miyagi gaf elke dag trainingen op de binnenplaats van zijn huis van 15.00 - 20.00 uur. Miyagi vertelde zijn leerlingen vaak verhalen over andere leermeesters. Miyagi was van mening dat je van elke leermeester wel iets kon leren. Hij sprak: "Iedereen heeft zijn sterke en zwakke punten". Hij vertelde veel over Hanashiro Chomo (1869-1945) van wie hij enkele lessen heeft gehad. Hanashiro was een leerling van Matsumara.
Miyagi is vaak op zoek geweest naar andere leermeesters om zelf te trainen. Op een dag vertrok Miyagi met enkele zijn leerlingen, Shinzato Jinan, Higa Seiko, en enkele anderen, naar Kinjo
Matsu. Daar aangekomen zette Miyagi het doel van hun bezoek uiteen en vroegen beleefd om een demonstratie. Nadat de oude man een Hachimaki om zijn hoofd had gebonden, startte hij met een voor
zijn toeschouwers onbekende kata. Het leek er op dat de oude man zijn toeschouwers voor gek zette, want een dergelijke "dans" hadden zij niet verwacht.
Ze waren verbaasd. Miyagi bleef rustig kijken en liet niets merken, want hij kende Matsu maar al te goed. Higa hield zich in. Hij dacht dat de oude man niet goed bij zijn hoofd was. Maar heethoofd Shinzato kon de gedachte dat hij voor de gek werd gehouden niet langer verdragen, sprong op, en viel de oude man meteen aan. Tot ieders verrassing ontweek en pareerde Kinjo de aanval en smeet Shinzato via de deuropening de tuin in. Tijdens de gepakte handeling bezeerde Shinzato zijn nek en door de val bezeerde hij zijn rug. Miyagi keek Shinzato strak en zwijgend aan en ze vertrokken. Onderweg naar huis werd met geen enkel woord gesproken. Miyagi componeerde in 1940 de kata Gekisai-Ichi en de Gekisai-Ni. Later ook genoemd Gekisai-Dai en Gekisai-Sho. Er word ook beweerd dat de Kata Saifa en Tensho door hem zijn gemaakt maar recent onderzoek wijst uit dat hij deze twee kata leerde van Gokenki. Miyagi leerde in China Fuzhu, geheime technieken maar deze heeft hij nimmer aan anderen doorgegeven.
In augustus 1936 reisden Miyagi en Gokenki naar Shanghai waar zij de geschiedkundige Okinawaan Higaonna Kanjun bezochten. Zij gaven demonstraties voor ambassadepersoneel in een Japanse club.
Gokenki had een leerling (de naam is mij onbekend) die altijd met hem meereisde. Deze leerling verzamelde in China een 5-tal boeken over het Chinees boksen en Miyagi heeft ze in het Japans
vertaald. Deze vertalingen zijn later in 1944 tijdens een bombardement op Naha verloren gegaan. Miyagi had vele goede leerlingen. Een van hen was Shinzato (1901-1945). In 1937 gaf Miyagi in de
Butokai Nai Nippon samen met een van zijn beste leerlingen Shinzato Jinan een karate demonstratie. Na de demonstratie vroegen een aantal hooggeplaatsten aan Shinzato hoe de stijl van Miyagi
eigenlijk heette. Shinzato, niet wetende welk antwoord hij kon geven, vervoegde zich bij Miyagi met deze vraag. Miyagi antwoordde hierop met zijn geliefde spreuk: "Go-Ju Don-Tosu". Hetgeen
betekent: "Hard-Zacht, Spugen-Slikken". En hier op dit moment in 1937 ontstond de naam "Goju-Ryu".
In de oorlog stierf Shinzato tijdens een bombardement. De ellende bleef ook Miyagi niet bespaard. Naast het verlies van zijn leerlingen verloor hij drie kinderen en zijn huis, Het Amerikaans
gezag heeft hij nimmer kunnen aanvaarden.
Miyagi Chojun stierf op 65-jarige leeftijd op 8 oktober 1953 ten gevolge van een hersenbloeding.